Waar komt ons koopgedrag vandaan?

Als we allemaal de kleding in onze kast eens zouden tellen, zouden wij zelf schrikken. Maar ik kijk niemand kwaad aan. We zijn allemaal consument. In de afgelopen 18 jaar is ons koopgedrag gemiddeld met 60% gegroeid. Het aantal keren dat we een artikel dragen is met de helft afgenomen.

 De gevolgen zijn heftig.

 Maar hoe is het zover gekomen?

Rond 1980 kwam de eerste echte confectie-industrie op gang. De economie groeide waardoor de consument meer te besteden had. Vrouwen gingen werken en hadden minder tijd en zin om zelf iets te naaien.

Dat de confectie zo goedkoop aangeboden kon worden had te maken met de globalisering. Weverijen in Nederland gingen dicht. Denk aan Teska International in Kerkrade, Ducon in Eindhoven en nog vele anderen. De productie werd verschoven naar lagelonenlanden, te denken aan China en Thailand.

 Voortaan kon je er voor een habbekrats volgens de trends bij lopen. Het succes van de grote bedrijven zoals H&M en Zara was de snelheid. Waar een bedrijf 40-50 weken nodig had om een kledingstuk van tekentafel tot winkelrek te krijgen, konden deze dat begin jaren 90 in 20 weken! Omdat de rest niet achter kon blijven (concurrentie) voerde iedereen de snelheid op en begon het tempo gekke vormen aan te nemen. Iedere twee weken nieuwe items in de winkels! Door de snel wisselende collecties kwamen klanten sneller terug. Echter aan de andere kant van de wereld moesten arbeiders steeds meer en langere dagen werken voor hetzelfde geld. 

Daar zitten we dan in het fast fashion tijdperk, een turbo-industrie. Samengevat: we zijn meer gaan kopen voor minder geld! Kleding is bijna een wegwerpproduct.

Wie de grote winnaars zijn is duidelijk: de eigenaar van H&M, de rijkste man van Zweden en de Spaanse eigenaar van Zara met een vermogen van 71 miljard. Beiden behoren tot de rijkste mensen van de wereld…

De verliezers, ja dat weten we ook, dat was begin jaren 90 al duidelijk. Steeds vaker verschenen er berichten over de erbarmelijke omstandigheden waaronder kledingarbeiders in China, Indonesië en India werken. Werkweken van 70 uur, kinderen van nog geen 10 jaar die in een naaiatelier werken en fabrieken waar honderden mensen om het leven kwamen door brand, waar labels werden gevonden van merken als ……. ( zal geen namen noemen).

Toch lijkt het ons weinig te schelen..

Na het zien van de “The true cost” (Netflix-Stella Mc Cartney- kijktip!!) een paar jaar geleden, heb ik de definitieve omslag gemaakt. Na jaren in de kledingbranche te hebben gewerkt,  dacht ik wel het een en ander te weten. Maar na het zien van deze documentaire was het mode-sprookje voor mij meteen over. Daar stond ik dan met mijn biologisch appeltje en was trots dat ik “duurzaam” leefde.

Het begin van mijn duurzame reis!

Liefs Bianca

Scroll naar boven